Censuur Censor Censura
Wie betaald?
De "chronische fraude cultuur" van de respectievelijke overheden op Curaçao sinds de jaren 1974 manipuleert het nieuws met censuur om vervolgens het onbehoorlijk bestuur door het gerecht te laten legaliseren. Door een collectieve censuur wordt de bevolking jaren lang geterroriseerd met een gestructureerde onbehoorlijk bestuur.
Onwetendheid in het verleden is de oorzaak dat tegenwoordig problemen niet begrepen kunnen worden. Wij zijn geworden wat wij zijn. Wij zijn de ontwikkeling van onze eigen jeugd. Degenen die een pijnlijke jeugd hadden gehad, moeten zich van dat geheugen vrijmaken. Maar wij kunnen dat niet. Onze verleden is een deel van onze heden. Wij dragen het in onze hart. Wij werden gevormd door wat wij hadden gezien, gehoord en ervaren als kind. Wij leren van wat ons is overkomen. Wij gedragen ons zoals wij zien hoe anderen zich gedragen. Onbewust en met heel veel onwetendheid herhalen wij de fysieke normen, emotionele en mentale normen die door onze ouders waren gemaakt. De enige manier om deze cyclus en deze normen te doorbreken is door terug te gaan en af te rekenen met de pijn en leed van het verleden. Wij moeten getroost worden voordat wij de pijn en leed kunnen vergeten. Wij moeten de mensen die wij in onze geheugen hebben, confronteren met wat wij ze niet konden zeggen. Wij moeten de gevoelens onderzoeken, de schuld analyseren en ons zelf bevrijden van de lasten die wij thuis hadden meegekregen.
Nu dat wij te weten zijn gekomen wie wij moeten confronteren om onze gevoelens en schuld te onderzoeken en verder ons zelf te bevrijden van het pijnlijke verleden, krijgen wij de wind van voren en worden wij onherroepelijk gestraft door het "rechtbank" en een collectieve censuur zorg ervoor dat wij gek verklaard worden.
Op 22 december 2014 werd aangifte van onbehoorlijk bestuur van de overheid gedaan bij de Openbare Ministerie.
Willemstad 22 december 2014
Ondergetekende, de heer Norwin Gerónimo Ferero, zijnde belanghebbende en mede erfgenaam van de vrijgemaakte slaven Rasveldt, identiteits nummer 1955093005,
Ondergetekende, de heer Norwin Gerónimo Ferero, zijnde belanghebbende en mede erfgenaam van de vrijgemaakte slaven Rasveldt, identiteits nummer 1955093005,
doet hierbij aangifte van:
• Hardnekkig volharden met onbehoorlijk bestuur van de overheid waardoor de erfgenamen van de vrijgemaakte slaven Rasveldt van hun erfrecht wordt ontnomen;
• Structureel promoveren van illegaliteit door de overheid op de gronden behorende tot plantage Malpais om de erfgenamen van de vrijgemaakte slaven Rasveldt te ontnemen van hun eigendom;
• Structureel promoveren van illegaliteit door de overheid op de gronden behorende tot plantage Malpais om de erfgenamen van de vrijgemaakte slaven Rasveldt te ontnemen van hun eigendom;
Mijn aangifte is verder gebaseerd op de volgende feiten:
dat de metingen van de plantage Malpais, op 12 juni 1974, door de Commissie Eigendomsuitwijzing onder leiding van het hoofd van Kadaster de heer Calvo onbehoorlijk en onbetrouwbaar waren;
dat bij meting van 1974 plantage Malpais op een onrechtmatige wijze werd verdeeld in Gato en Wechi;
dat voor 1974 Wechi, kadastraal, een klein stuk terrein in plantage Malpais was;
dat na de meting van 12 juni 1974, op een onrechtmatige wijze de huidige Wechi gecreëerd werd;
dat voor 1974 Wechi, de bijnaam “klein Malpais” had, tegenwoordig is Wechi groter is dan plantage Malpais;
dat direct na de meting van plantage Malpais, op 13 juni 1974 een akte van vruchtgebruik en tenaamstelling werd afgegeven door notaris
mr. Dr. J.A. Schildkamp;
mr. Dr. J.A. Schildkamp;
dat Richard Raven Gerardszoon, de 1ste eigenaar, geen aankomsttitel in het openbare register had;
dat via akte van afgifte legaat van vruchtgebruik en tenaamstelling een stuk grond, behorende tot plantage Malpais (a) Gato in handen van Jan Hendrik Richard Beaujon e.a. kwam;
dat via akte van verkoop Wechi terecht kwam bij Wechi Real Estate N.V.;
dat via akte van verkoop Wechi eigendom is geworden is geworden van Stichting Fundashon Kas Popular;
dat Bestuurscollege van behoorlijk bestuur acht te getuigen en belaste
professor dr. A.F. Paula en de heer Felio Colinet om een historisch onderzoek naar de eigendomssituatie van Plantage Malpais volgens Eilandsbesluit no. 99/5241 uit te voeren;
professor dr. A.F. Paula en de heer Felio Colinet om een historisch onderzoek naar de eigendomssituatie van Plantage Malpais volgens Eilandsbesluit no. 99/5241 uit te voeren;
dat professor dr. A. F. Paula op 27 juli 2000 had het rapport “Historisch onderzoek naar de eigendomssituatie van Plantage Malpais alias Gato aan uw College had afgeleverd;
dat het laten uitvoeren van een historisch onderzoek naar de eigendomssituatie van Plantage Gato, bedoeld was om duidelijkheid te krijgen wie de rechtmatige eigenaren waren van de voormalige Plantage Malpais, alias Gato;
dat professor dr. A.F. Paula het rapport op 25 juli 2000 uitvoerig met Gedeputeerde Anthony Godett had besproken;
dat professor dr. Paula de grove administratieve nalatigheden van de overheid had ontdekt en dit overduidelijk in de conclusie van zijn rapport “Historisch onderzoek naar de eigendomssituatie van Plantage Malpais alias Gato had aangegeven;
dat professor A.F. Paula in zijn rapport uw College had aanbevolen, om op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur, het rapport aan alle belanghebbenden te doen toekomen, vrij te geven voor publicatie en dat de overheid in goede samenwerking met alle belanghebbenden dient te komen tot een praktische, juridisch sluitende, financieel haalbare en bovenal rechtvaardige oplossing voor de problematiek Gato;
dat uw College van behoorlijk bestuur acht te getuigen doch een
moratorium op het uitgevoerde historisch onderzoek bepaald door
Eilandsbesluit no. 99/5241 van 1999 had gelegd;
moratorium op het uitgevoerde historisch onderzoek bepaald door
Eilandsbesluit no. 99/5241 van 1999 had gelegd;
dat professor dr. A.F. Paula in zijn rapport duidelijk aanwijzing gaf dat de meting van Plantage Malpais door de Commissie Eigendomsuitwijzing onder leiding van het hoofd van Kadaster de heer Calvo in 1974 onbehoorlijk en onbetrouwbaar was;
dat de Commissie Eigendomsuitwijzing onder leiding van het hoofd van Kadaster de heer Calvo helemaal geen of geen degelijke antecedentenonderzoek had gedaan;
dat de heer Calvo Plantage Malpais kadastraal had vastgelegd op
aanwijzingen van de heren Felipe Pietersz en Luis Pietersz, aangezien
de heer Gerardus Lazaro Ferero, de wettige erfgenaam en beheerder
van Plantage Malpais, niet aanwezig was;
aanwijzingen van de heren Felipe Pietersz en Luis Pietersz, aangezien
de heer Gerardus Lazaro Ferero, de wettige erfgenaam en beheerder
van Plantage Malpais, niet aanwezig was;
dat de onbehoorlijke metingen van 1974 de Plantage Malpais,
eigendom van de erfgenamen van de vrijgemaakte slaven Rasveldt,
had verdeeld in Gato en Wechi;
eigendom van de erfgenamen van de vrijgemaakte slaven Rasveldt,
had verdeeld in Gato en Wechi;
dat alle wijzen waarop goederen worden verkregen en verloren,
in de wet volgens art. 635 BWNA zijn vastgelegd;
in de wet volgens art. 635 BWNA zijn vastgelegd;
dat er geen andere wijzen zijn dan die uit de wet voortvloeien;
dat niemand ook niet de Commissie Eigendomsuitwijzing onder leiding van het hoofd van Kadaster de heer Calvo nieuwe wijzen kunnen introduceren of aanleiding geven om te introduceren;
dat de overheid nimmer het rapport “Historisch onderzoek naar de eigendomssituatie van Plantage Malpais alias Gato besproken had met belanghebbenden getuigd van onbehoorlijk bestuur;
dat de Erven Ferero in een schrijven van 13 januari 2009, gericht aan mevrouw mr. L. Dindial, voormalige Gezaghebber van Curaçao, hadden verzocht om het bestuurscollege een onderzoek te laten uitvoeren;
dat in een Bezwaarschrift van19 april 2010 van Erven Ferero, aan de Gouverneur van de Nederlandse Antillen de Erven Ferero hun bezwaar tegen de voorgenomen grondontwikkeling van Wechi kenbaar hadden gemaakt;
dat dit bezwaarschrift cc naar het Bestuurscollege van het Eilandgebied Curaçao werd verzonden en geregistreerd is onder zaaknummer 2010029084;
dat Fundashon Kas Popular weet althans behoort te weten dat een stuk grond, genaamd Rustplaats tot plantage Malpais behoord. Fundashon Kas Popular is het gehele terrein bouwrijp aan het maken ondanks dat duidelijk op de koopakte C616/58 staat vermeld dat “buiten blijven moet, ….een canoekje of stuk grond genaamd Rustplaats”
Het voorgaande laat zien dat ondanks er voldoende over de eigendomssituatie van plantage Gato Malpais bekend was, toch wordt er gebruik gemaakt van onrechtmatigheden en blijft de overheid hardnekkig volharden met een onbehoorlijk bestuur, waardoor de eigendomsrechten van de erfgenamen van de vrijgemaakte slaven Rasveldt wordt geschonden, de erfgenamen worden ontnomen van hun eigendom en van hun erfrechterlijke middel van bestaan
Hoogachtend,
Norwin Gerónimo Ferero
Hieronder een link naar de facebook pagina van De Telegraaf van 14 januari 2015
https://www.google.com/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=1&cad=rja&uact=8&ved=0ahUKEwiB0PGtz4_OAhVFFx4KHY3OAAYQFggeMAA&url=https%3A%2F%2Fnl-nl.facebook.com%2Ftelegraaf%2Fposts%2F1034936833228611&usg=AFQjCNG_hoPtieoIQMqOYlRbOWZmp-wAVw&sig2=hqLERthwhijIq6V4dCYoHw Popular posts from this blog
Overheid van Curaçao tracht het gerecht te besmetten met "struisvogel poletiek"
Onbehoorlijk bestuur, fraude, corruptie en samenzwering van de overheid zet rechtbank voor dilemma van "kiezen of delen".
Ernest ('Onchi') Cohen Henriquez had 48 jaar geleden in "Honderd jaar codificatie in de Nederlandse Antillen" heel bewust opgemerkt dat de akte van afgifte het legaat van Malpais alias Gatu, zowel sociaal als juridisch interessant is waarschijnlijk omdat hij wist dat de erfgenamen van de dertien vrijgemaakte slaven van Rasveldt na 150 jaar moeilijk te achterhalen zullen zijn. Daarom had hij ook gesteld dat ook hier weer geïmproviseerd zal moeten worden. Ernest ‘Onchi’ Cohen Henriquez was notaris op Curaçao tussen 1946 en 1969. Zijn praktijk was in de stad waar hij met veel genoegen ook de ‘kleine’ man hielp met raad en daad. In november 1968 had hij Gerardus Lazaro Ferero, een erfgenaam van de dertien vrijgemaakte slaven Rasveldt, gesproken. Gerardus Lazaro Ferero had de akte van afgifte legaat van 21 februari 1812, bij zich en hij le…
Ernest ('Onchi') Cohen Henriquez had 48 jaar geleden in "Honderd jaar codificatie in de Nederlandse Antillen" heel bewust opgemerkt dat de akte van afgifte het legaat van Malpais alias Gatu, zowel sociaal als juridisch interessant is waarschijnlijk omdat hij wist dat de erfgenamen van de dertien vrijgemaakte slaven van Rasveldt na 150 jaar moeilijk te achterhalen zullen zijn. Daarom had hij ook gesteld dat ook hier weer geïmproviseerd zal moeten worden. Ernest ‘Onchi’ Cohen Henriquez was notaris op Curaçao tussen 1946 en 1969. Zijn praktijk was in de stad waar hij met veel genoegen ook de ‘kleine’ man hielp met raad en daad. In november 1968 had hij Gerardus Lazaro Ferero, een erfgenaam van de dertien vrijgemaakte slaven Rasveldt, gesproken. Gerardus Lazaro Ferero had de akte van afgifte legaat van 21 februari 1812, bij zich en hij le…
Wie doet een ander hetgeen hij niet wenst dat een ander tegen hem doet? Ikke, ikke,ikke, natuurlijk zodat de rest mag stikken.
Wie doet een ander hetgeen hij niet wenst dat een ander tegen hem doet? Ikke, ikke,ikke, natuurlijk zodat de rest mag stikken.Posted on March 23, 2017 by djeronimoblog
Doktoor Moises Frumencio da Costa Gomez, had heel vaak gezegd:“Doe enen ander niet hetgeen gij niet wenscht dat aan u geschiede”
Wat was of is nog steeds gaande dat dit telkens herhaald moet worden? Het is een feit dat het “standbeeld” van Doktoor Moises Frumencio da Costa Gomez nog steeds hetzelfde is blijven zeggen. Overduidelijk is het dan dat hij de frauderende Staten van Curaçao bedoeld. Met andere woorden letterlijk alle corrupte politici. Het zijn de politici van zijn eigen partij NVP en/of van andere partijen die in de regering zatten. Professor dr. A. F. Paula kwam trouwens ook tot hetzelfde conclusie in zijn rapport “Historisch onderzoek naar de eigendomssituatie van plantage Gato” en gaf overduidelijk aan:“concluderend kan worden opgemerkt dat de overheid over de jaren heen debet is geweest aan grove nalatig…
Doktoor Moises Frumencio da Costa Gomez, had heel vaak gezegd:“Doe enen ander niet hetgeen gij niet wenscht dat aan u geschiede”
Wat was of is nog steeds gaande dat dit telkens herhaald moet worden? Het is een feit dat het “standbeeld” van Doktoor Moises Frumencio da Costa Gomez nog steeds hetzelfde is blijven zeggen. Overduidelijk is het dan dat hij de frauderende Staten van Curaçao bedoeld. Met andere woorden letterlijk alle corrupte politici. Het zijn de politici van zijn eigen partij NVP en/of van andere partijen die in de regering zatten. Professor dr. A. F. Paula kwam trouwens ook tot hetzelfde conclusie in zijn rapport “Historisch onderzoek naar de eigendomssituatie van plantage Gato” en gaf overduidelijk aan:“concluderend kan worden opgemerkt dat de overheid over de jaren heen debet is geweest aan grove nalatig…
- Get link
- X
- Other Apps
- Get link
- X
- Other Apps
Comments